Hoewel je hoopt dolfijnen in de zee te zien, begrijpen niet veel mensen dat dolfijnen ook in nieuwe waterstromen te vinden zijn.

Er zijn vier soorten dolfijnen die hun huizen in waterwegen maken. Desalniettemin is er één soort beekdolfijn die zijn thuis maakt in zoutwaterestuaria en de zee.

Waterwegdolfijnen zijn niet de dolfijnen die je in de zee zou vinden. Inderdaad, beekdolfijnen worden eenvoudigweg op afstand geïdentificeerd met oceaandolfijnen.

Waterwegdolfijnen zijn bovendien de meest bedreigde van de relatieve veelheid van walvisachtigen ter wereld.

De vijf soorten waterwegdolfijnen zijn de Amazone-dolfijn, de Franciscana-dolfijn, de Indus-rivierdolfijn, de Ganges-rivierdolfijn en de Yangtze-rivierdolfijn. Elk van deze soorten dolfijnen is totaal verschillend van elkaar.

De dolfijn van de Amazone is de grootste dolfijn in de binnenwateren die er is. Deze dolfijnen worden ook Boto genoemd en hun logische naam is Inia Geoffrensis.

De Amazone-dolfijn is ergens tussen de zes en acht voet lang en weegt ergens tussen de 185 en 355 pond als hij volledig ontwikkeld is.

Zoals de naam doet vermoeden, bezit het de Amazone-rivier, maar het is ook te vinden in de Orinoco-kommen en de bovenste Madeira-rivier. Deze dolfijnen hebben verschillende gearceerde huiden, die lichtdonker, roze of aardachtig gekleurd kunnen zijn.

De Amazone-dolfijn heeft bovendien alle kenmerken om de vriendelijkste van alle stroomdolfijnen te zijn.

De Franciscana-dolfijn, die ook wel de La Plata River-dolfijn wordt genoemd, is misschien wel de meest bijzondere dolfijn in Zuid-Amerika. Vanwege zijn buitengewone karakter is er over het algemeen een geheim aan.

Het ontwikkelt zich ergens tussen de 4 en 6 voet lang, en weegt maar liefst 115 pond, en zijn lichaam heeft een grijsachtige aardetint.

Ondanks het feit dat er weinig waarnemingen van de Franciscana-dolfijn zijn, wordt hij meestal gevonden in de rivier de Doce, in Brazilië en op het schiereiland Valdes in Argentinië. Het kan ook worden gevonden in de wateren aan het water van Uruguay.
Dit zijn de enige soorten waterwegdolfijnen die in zout water voorkomen.

De Indus River-dolfijn is donker aardachtig gekleurd, met een roze buik. Het ontwikkelt zich ergens tussen de vijf en acht voet en kan wel 200 pond wegen.

Het is gewoon bekend dat de dolfijn van de Indus-rivier bestaat in de provincie Punjab en de provincie Sind van de Indus-rivier.

Vanwege de afname van het aantal inwoners heeft het openbaar gezag van Sind, in Pakistan, de dolfijn van de Indusrivier volledige legitieme veiligheid gegeven en heeft zij bovendien het Indusrivierdolfijnreservaat gevestigd.

De dolfijn van de rivier de Ganges is duidelijk geïdentificeerd met de dolfijn van de rivier de Indus. Het ontwikkelt zich bovendien ergens tussen de 5 en 8 voet en kan wel 200 pond wegen.

Het moet worden gevonden in de nieuwe waterstromen van Bangladesh, India en Nepal.

Deze dolfijnen worden regelmatig gepocheerd vanwege hun olie, die wordt gebruikt bij het plaatsen van een val. Ondanks het feit dat de aanwezigheid van de dolfijn in de Ganges is aangetast, is er weinig gedaan om deze te beveiligen.

De dolfijn van de Yangtze-rivier, algemeen bekend als de Chinese rivierdolfijn of de Baiji-dolfijn, bevindt zich op de rand van de onzekere eliminatie.

In 1975 kondigde de Chinese regering de Baiji aan als een onvervangbaar goed, en begon ze behoud en veiligheid te bieden aan de soort, maar dit heeft minimaal goed gedaan, aangezien de dolfijn tot nu toe in gevaar wordt gebracht door fors bootverkeer, visserij, mechanische wendingen. , en de ontwikkeling van ‘s werelds grootste dam.

De Yangtze-rivier, waar de Chinese rivierdolfijn zijn huis maakt, is een van ‘s werelds drukste waterwegen in het meest bevolkte land ter wereld.

De Chinese rivierdolfijn ontwikkelt zich ergens tussen de vier en acht voet en kan wel 360 pond wegen.

Stroomdolfijnen zijn over het algemeen bescheidener dan oceaandolfijnen, met langere neuzen.

Bovendien zullen stroomdolfijnen over het algemeen scherpere tanden hebben dan oceaandolfijnen.

Behalve de dolfijn van de Amazone, hebben oceaandolfijnen aangetoond dat ze aangenamer zijn dan waterwegdolfijnen.

De meeste soorten beekdolfijnen zijn praktisch visueel gehandicapt door het verkennen van slordig water, maar hun grote hersenen zijn enorm groot en rondom gecreëerd.

In tegenstelling tot de oceaandolfijnen, hebben beekdolfijnen wat lijkt op vingers aan de afwerking van hun flippers, en hun dorsale bladen zijn veel bescheidener dan die van oceaandolfijnen.